Costa Rica – 2004

14 februari 2004

 Herintreders

Als we om zes uur op Schiphol komen zijn er tot onze verbazing maar twee andere stellen aanwezig. Volgens de medewerkster van Koning Aap vliegen de andere via Maastricht of zoiets. Nou ze had flink de klok horen luiden maar wist niet waar de luiaard hing……ik bedoel de klepel hing. Het blijkt dat onze mede-reizigers met Martinair reizen en rechtstreeks vliegen! Laat ik hier nog niet beginnen over onze reisorganisatie, dat komt later wel!

Wij vliegen dus via Madrid (overstappen) naar Miami (er uit en er weer in) door naar San Jose de hoofdstad van Costa Rica.

In het vliegtuig kregen we al een groen formulier wat we vooral goed in moesten vullen. Bij de douane worden we eerst nog door een mevrouw gecontroleerd of we het formulier wel “goed” ingevuld hadden en dan worden we gecheckt bij de douane zelf. Gelukkig is de ambtenaar erg aardig en zelfs in voor een grapje dus dat maakt het allemaal wat luchtiger. Van je formulier wordt een strookje gescheurd; dat mag je meenemen. Ongeveer 10 stappen verder wordt dit strookje ingenomen en krijg je een plastic kaartje, waarop staat: San Jose, dat je bij je moet houden. Nog geen drie kwartier later moeten we alweer naar ons vliegtuig en geven wij vervolgens dat plastic kaartje weer af en lopen we naar het vliegtuig. We zijn een heleboel stempels rijker, groen formulier en plastic kaartje armer maar begrijpen doen we het zeker niet!

Gelukkig landen we zo’n 2 ½ uur later op onze eindbestemming. Dat we hier gecheckt worden vinden we begrijpelijk want hier gaan we tenslotte drie weken rondreizen. Onze reisleider is present met het goeie nieuws dat we nog ruim een uur moeten wachten op onze medereizigers die met Martinair komen (goed geregeld Koning Aap!).

Marvin, onze buschauffeur voor de komende drie weken, is al aanwezig en onze tassen worden alvast op de bus gehesen. Dan kunnen we na een lange dag eindelijk de laatste etappe maken naar Hotel Europe midden in de stad. We krijgen kamer 112 en zijn dik tevreden. Even onder de douche en dan snel weer naar beneden voor de “officiële” kennismaking met de rest van de groep. Dit gaat een beetje rommelig en meer dan de helft is niet te verstaan. Maar we zijn dus met achttien man dan wel vrouw en Mathijs is onze reisleider, spreekt vloeibaar Spaans, woont al een tijdje in Costa Rica maar heeft deze reis nog nooit gemaakt! De volgende morgen om 9u30 worden we weer beneden verwacht voor verdere informatie.

Het is inmiddels 10 uur in de avond en mijn lampje gaat onderhand uit. We zijn al 24 uur achter elkaar in touw en moeten nodig even bijslapen.

15 Februari 2004

San Jose

Dat slapen is in ieder geval prima gelukt al zijn we wel vroeg wakker. We gaan alvast de stad even in om colones te pinnen. De pinautomaat zit ongeveer 50 meter verderop, dat was wel heel erg snel geregeld dus lopen we nog maar een paar blokjes verder om. Omdat het nog vroeg is en zondagochtend, is het erg rustig in de stad maar zo krijgen we een aardige eerste indruk. Het is niet een bijzondere stad, wel helemaal op z’n Amerikaans met rechte straten en verdeeld in blokken. Er zijn Avenida’s die lopen van oost naar west en de Calle’s die lopen van noord naar zuid. De Avenida Central loopt in het midden van de stad en is vlakbij ons hotel dus als je dit weet is het makkelijk om de weg weer terug te vinden. We bezoeken het Parque Morazan met zijn enorme Templo de la Musica (muziektempel). Deze tempel doet erg Frans aan. Ook zien we grote beelden groepen o.a. die de vrijheidstrijd uitbeelden en een beeld van meneer Bolivar. We zijn netjes op tijd terug voor de eerste briefing.

Mathijs vertelt wat ons zo ongeveer de komende weken te wachten staat, hoe de route gaat lopen en waar hij wel en waar hij niet is geweest. Je merkt dat hij erg nerveus is en hij krijgt voorlopig nog het voordeel van de twijfel. Om tien uur gaan we met de hele groep een stadswandeling maken. We lopen heel wat straten door totdat we bij het Nationaal Museum zijn dat we meteen maar gaan bezoeken. Dit museum geeft een beeld van de Costa Ricaanse geschiedenis en is gevestigd in het Bellavista-fort, een oud hoofdkwartier van het leger. De hoektoren van dit fort zit vol met kogelgaten uit de burgeroorlog van 1948.

Het is een leuk museum met aan het einde een vlindertuin. We vinden wel dat we meteen genoeg cultuur gesnoven hebben en nu kunnen we de rest van de vakantie de natuur in! De vlindertuin is leuk maar erg klein; dus al met al zijn we redelijk snel uitgekeken. We gaan op zoek naar een stukje Berlijnse muur (ja echt!) dat ergens in een tuin moet staan. Grappig om dat hier te zien. Tegen twaalven verlaten we de groep en slenteren we zelf op ons dooie gemak verder door de stad. Op de pleinen wordt voornamelijk het evangelie verkondigd en aangezien ons Spaans niet zo heel erg goed is laten we de pleinen voor wat ze zijn. We gaan eten bij de Taco-Bell, dat schijn je in Nederland ook te hebben maar ja niet in Hazerswoude, dus proberen we het hier maar uit. We kunnen altijd nog naar Rotterdam, toch!?

Het is dus een soort McDonalds maar dan met Mexicaanse producten. Ik vind het lekker!

We lopen na het eten naar de kerk La Merced die een beetje buiten het centrum ligt. Helaas wordt hij gerestaureerd en moeten we het doen met de buitenkant en het plein ervoor. Op dit plein ligt zo’n mysterieuze pre-Colombiaanse granieten bol waar de archeologen tot op de dag van vandaag nog steeds niet het fijne van weten. Ook hier is weer een evangelist bezig en hij heeft een groot gehoor, we gaan even braaf luisteren en komen helemaal tot rust en genieten van alles wat om ons heen gebeurt. Hier zijn alleen maar locals en bijna geen andere toeristen, dat is wel leuk.

Als we terug zijn in het hotel gaan we gezellig naar het zwembad waar het grootste gedeelte van de groep al is. Een beetje onwennig nog zitten we bij elkaar en krijgen zo een aardige indruk van onze medereizigers. Ik vind het water veel te koud om in te zwemmen maar Jan maakt toch even een duik, brrrrrr.

Deze eerste avond gaan we gezamenlijk eten. We lopen naar het restaurant dat vlak bij het Nationaal museum ligt. Alles lijkt van hout gemaakt en de keuken is volledig open. Het eten is Costa Ricaans dan wel Mexicaans. Je krijgt dus een vleesprutje, rijst met bonen, tortillas en eventueel een gebakken banaan. Uiteraard zijn er nog variaties te bedenken, zowel Jan als ik vinden het lekker. Er wordt gezellig gekletst en afgetast.

16 Februari 2004

Over de top

Als we om 8 uur ’s morgens de straat op gaan is de stad volledig tot leven gekomen. In vergelijking met gisteren lijkt het wel of je in een andere plaats terecht gekomen bent. Het is me daar druk en Marvin kan maar heel even stil staan om ons in te laden en in de file rijden we de stad uit. Het eerste stuk rijden we in de wolken en hebben we helaas geen uitzicht. De rit gaat vandaag dus van San Jose naar Dominical via de Pan American Highway (deze weg loopt van Alaska naar Chili). Het stuk wat we nu rijden heet in Costa Rica “de weg van de dood”. Dit is niet omdat het verkeer zo verschrikkelijk is maar omdat de top van deze (berg)weg op ca. 3100 meter ligt en de mensen vroeger al lopend over deze weg hun “waren” gingen verkopen in San Jose. Je begrijpt dat het hier soms ’s nachts behoorlijk koud kon zijn en veel mensen overleefden deze voettocht dan ook niet. Op de top van de berg stoppen we even bij een wegrestaurant. Ik maak voor het eerst kennis met de Costa Ricaanse koffie en vind hem heerlijk. Je krijgt gewoon een stenen mok vol, heerlijk!

San Isoduro is de volgende stop, als we hier uit de bus stappen krijgen we even een temperatuur shock te verwerken. Was het boven in de bergen aangenaam met je jas aan hier is het tropisch warm. Op naar Dominical. De bus rijdt eerst even een rondje door het dorp om ons te laten zien waar alles ligt. Dit is niet echt een pretje want er is geen verharde weg en veel is er trouwens ook niet te zien. Wel zien we de zee.

Het hotelcomplex Villas Rio Mar is prachtig, met huisjes in een tropische tuin vol bloemen en bomen. Het eten hier is even wennen want de porties zijn Amerikaans dus je krijgt heel veel en je krijgt patat bij je brood!?

Tijdens het eten komt Mathijs de excursie mogelijkheden voor de komende dag vertellen. Bijna iedereen gaat paardrijden maar wij gaan kayakken in de mangrove en ’s morgens een lekkere wandeling maken.

In de loop van de middag gaan we naar Hacienda Baru. Dit is een privé-reservaat opgezet door Jack en Diane Ewing in 1970 en sinds 1992 werken ze samen met Steve Stroud. Het is 320 ha groot en heeft een immense ecologische variëteit, van oorspronkelijk nat woud tot aan geplant bos, mangroven, fruitboomgaarden, dicht struikgewas en cacaoplantages. Ook de diversiteit aan verschillende vogels, vleermuizen, kikkers enz. is groot.

We besluiten om niet met de groep mee te lopen maar rustig op ons zelf te lopen. Omdat we op het heetst van de dag hier zijn zien we in het begin niet zo veel dieren maar hoe later het wordt hoe meer er verschijnen. De mieren (leaf-cutting Ant) zijn de eerste beesten die ons doen beseffen dat we in een documentaire van National Geographic zijn gestapt en er over drie weken pas weer uitkomen. Het is een fabelachtig gezicht om die nijvere beestjes aan het werk te zien. De mieren snelweg is gigantisch, van de boom af het pad over en weer het bos in zover als we kunnen kijken en het krioelt van de mieren.

Ineens zijn er ook kapucijner aapjes (White-throated Capuchin) in de bomen, ik heb ze met de verrekijker vol in beeld en ben ademloos; wat een mooie aapjes. We gaan ineens ook vogels horen en zien. De kleurenpracht is teveel om op te noemen en de eerste Toekan beneemt je ook even de adem. Jammer dat we de vogels niet kunnen herkennen en dus niet weten “welke” we zien maar ach, zo genieten we ook.

Als we het bos uitkomen rijdt net de bus voorbij om bij de ingang anderen op te pikken. We weten nu dat we niet terug hoeven te lopen en wachten rustig af tot hij terugkomt. Het is wel erg warm en na twee dagen zijn we nog niet echt gewend aan de tropen dus het zweten is nog redelijk overmatig.

17 Februari 2004

Verbrande benen

Uiteraard zijn we weer vroeg wakker, dat heb je als je vroeg gaat slapen. Om half zeven gaan we wandelen langs de rivier. Het wordt een beetje vervelend om te vertellen maar ook hier is de natuur weer zo ontzettend mooi dat elke stap een nieuwe verwondering oplevert. We zien hele vluchten witte reigers over het water heen scheren, lepelaars langs de oever lopen, vlinders in overvloed, vogels met prachtige kleuren. Ook vinden we een slangetjes en zien mini-kikkertjes de weg oversteken. Na 1 ½ uur lopen komen we aan het einde van de weg en we kiezen ervoor de rivier over te steken en langs de verharde weg terug te lopen. Al is het nog vroeg in de morgen hier brandt de zon al aardig.

We gaan in het dorp eten, Gallo Pinto, het nationaal ontbijt.

Exact om 11 uur worden we opgehaald voor onze kajak tocht. We rijden eerst naar het dorp om het busje verder vol te laden. We rijden voorbij Hacienda Baru naar de kust waar de kanalen zijn met de mangrove bossen. Enoc, onze gids van vandaag, legt uit hoe je moet peddelen, wat je wel en wat je vooral niet moet doen. Uiteraard krijgen we allemaal een zwemvest om en gaan we eerst oefenen. De eerste 25 meter vaar ik steeds die kant op die ik niet wil maar dan heb ik de slag te pakken en kan ik ook genieten van de natuur en de vogels en luisteren naar wat Enoc allemaal te vertellen heeft. Hij weet veel, heel veel en hij ziet veel.

We gaat dit deel van de rivier weer uit en trekken de kano over het strand naar een ander mangrove gedeelte. Het valt niet mee want in het begin van de rivier staat maar weinig water dus als je in je boot gaat zitten loop je vast. Een van de helpers is zo vriendelijk om mijn boot over het zand naar de andere rivier te trekken en mij daarna een aantal keren vlot te trekken. Het stond vast op mijn voorhoofd dat ik dat wel prettig vind, de rest zoekt het zelf maar uit ….!

Mangrovebomen groeien aan tropische kusten. Ze vormen bossen op moddervlakten die bij laag water droogvallen. Van hoog water heeft een mangroveboom geen last, doordat hij op stelt-vormige wortels staat. Ook de zaden van mangrove zijn ingesteld op het getijdemilieu: ze kiemen al aan de boom. Als de kiemplant van de boom valt, kan ze meteen wortel schieten en uitgroeien. Of de kiemplanten worden door het water meegevoerd en spoelen ergens anders aan. Zo hebben mangroves alle modderige kustgebieden van de tropen bereikt (bron Naturalis).

Ook leren we nog dat er vier verschillende soorten mangrove voorkomen en dat de bladeren aan de onderkant uitgangen hebben die er voor zorgen dat het zout gefilterd wordt.

Het aanzien van deze bomen zorgt voor een hele bijzondere sfeer samen met de stilte om je heen. We zien Rancoons (Northen rancoon), één drieteen-luiaard en een heleboel vogels waarvan het ijsvogeltje de diepste indruk achterlaat. Je kan met je kayak op minder dan 1 meter afstand van hem vandaan komen om te zien hoe mooi blauw met oranje het vogeltje is. Ook zien we tijgerface-krabbetjes, deze leven alleen in de mangrove.

We hebben een heerlijke middag en zien aan het einde van de tocht een paar knalrode onderbenen, oeps vergeten in te smeren!

We worden weer met het busje teruggebracht naar het dorp waar we eruit gaan om daar even iets te eten en te drinken en nog even van de zee te genieten. Alles is hier heel relaxed; er hangt een beetje een hippie-sfeertje. We spreken nog een Nederlandse stewardess die dat ook beaamt en zich hier prima vermaakt. Als we weer bij het hotel komen hebben we heel wat bij te kletsen met de groep. Het is heel druk in het restaurant en uiteindelijk eten we bijna allemaal maar aan de bar, dat is wel net zo gezellig.

18 Februari 2004

Chinees

Deze morgen kunnen we uitslapen, we gaan pas om 11 uur weg dus hebben we zeeën van tijd om alles nog even te filmen en te fotograferen. Omdat Iris vandaag jarig is beginnen we de reis zingend. Ook Marvin, de buschauffeur, heeft een cadeautje voor haar met een kaart met tekst die Mathijs uiteraard even moet vertalen.

We zijn op weg naar Puerto Jiménez, een tussenstop voor de verdere reis naar Corcovado. Het eerste gedeelte van de reis verloopt vlotjes maar na een stop voor het mooie uitzicht over de Golfo Dulce wordt het alleen maar slechter. Het asfalt wordt eerst steeds slechter totdat het helemaal ophoudt. Maar de prachtige omgeving maakt een hoop goed. Door de droogte is de weg ook zeer stoffig. We spotten nog even een hele grote hagedis en een boom vol Scarlet Macaws om vervolgens in Puerto Jiménez aan te komen. Het is niet een geweldige stad maar wel heel authentiek denk ik. Het is een goudzoekers-stadje

Wij slapen met nog een paar in de dependance omdat ze daar “warm”water zouden hebben, helaas ook hier werkt het niet helemaal zoals we gewend zijn maar ach…..

Nadat we door het dorp heen geslenterd hebben, dat maar uit een paar straten bestaat, brengen we de rest van de middag relaxend door. Tegen zonsondergang komen er hele kudden groene papagaaien in de boom bij het hotel zitten. Ze zijn vreselijk luidruchtig maar gaaf om te zien.

Tijdens het eten, dat we bijna met z’n allen bij een soort Chinees doen, regelt iemand van de groep dat we hier ook morgenochtend kunnen ontbijten want in het hotel is dat niet mogelijk. Als het ontbijt net zo goed is als de rest dan komt het helemaal goed.

19 Februari 2004

Het paradijs

En inderdaad het ontbijt is prima verzorgd en we komen niets tekort.

Exact om negen uur gaan we op weg met 3 4×4 drives. We zitten achterin de bak op bankjes en hebben zo een prima uitzicht op alles om ons heen. Het hobbelt wel heel erg maar de rit is meer dan de moeite waard. Als we in een dicht stuk oerwoud rijden gaat de wagen voor ons kapot. Uiteraard stoppen wij ook even en hebben we de tijd om het oerwoud goed te bekijken. We horen brulapen en in een vlucht zien we ook een toekan, geweldig. Helaas is de auto weer snel gemaakt en kunnen we de tocht voortzetten. We rijden tot Carate waar de bagage op een ezelwagentje geladen wordt en wij al wandelend over het strand het paradijs binnen gaan:

Corcovado: Het is een natuurpark dat ca. 54.600 ha groot is en in 1975 werd opgericht. Het tropisch regenwoud bevat een overvloedige flora en fauna. Er valt jaarlijks meer dan 500 cm regen en er groeien ongeveer 500 soorten bomen. Er leven talrijke zoogdieren en vogels en 48 soorten kikkers en padden.

Onderweg, langs het strand, zien we een hele vlucht rode ara’s en op het strand vinden we versteende zee-egels, leuk voor thuis! En dan zijn we er…..hier heb ik thuis al van gedroomd nadat we op de vakantiebeurs geweest waren. Het is nog meer idyllisch dan ik had verwacht. We krijgen allemaal onze eigen tent toebedeeld. Het is allemaal zeer eenvoudig maar meer is op deze plek ook niet nodig. De tenten die het dichtst bij het strand staan hebben ook nog een eigen hangmat voor de deur.

Er is een grote eetzaal en een bar met uitzicht over zee. Het eten gaat gezamenlijk met de andere gasten en als wij komen hebben ze net niet op ons gerekend maar toch krijgen we nog een behoorlijke lunch voorgeschoteld. Alles moet hier over het strand aangevoerd worden en de prijzen zijn dan ook on-Costa Ricaans maar wat wil je nou……..!

Na het eten gaan we een “loop-trail” lopen en hopen zo het een en ander aan dieren te spotten. Het is natuurlijk het heetst van de dag en ook de dieren in het bos houden dan siësta, niet zo slim van ons maar toch is het een mooie wandeling. Ik scoor nog wel een grote slang op een boom maar door het tegenlicht is niet te zien wat voor kleur hij heeft, hij is wel groot.

In een boom vlak naast het begin van de wandeling zitten een aantal aapjes en ook een neusbeertje komt hier heel brutaal vruchten van de grond rapen om op te eten. Heel schattig die neusbeertjes (white-nosed Coati), een hoog knuffelgehalte.

Er wordt aan twee lange tafels gegeten en ik moet zeggen dat het ook heerlijk smaakt vanavond. Tomatensoep met koriander, gebakken aubergine plak met gesmolten kaas, rijst, knoflookaardappeltjes en heerlijke garnalen. Het toetje is 3 leches (3 soorten melk) niet erg lekker, een beetje te nat naar mijn smaak. De route naar de eetzaal is gemarkeerd met brandende kaarsen, ze weten hier wel hoe je een sfeertje moet scheppen. In een poeltje naast de bar zitten ontzettend grote kikkers die een verschrikkelijke lawaai kunnen maken. Ik geloof het eerst niet als ze vertellen dat het kikkers zijn maar als je met je zaklantaarn schijnt kan je ze duidelijk zien.

20 Februari 2004

Stekels en Tapir

Als om even over zessen de American pancakes op zijn en iedereen klaar is kunnen we vertrekken voor onze hike door het tropische regenwoud. Wij hebben gekozen voor een dagwandeling want we willen uiteraard zo veel mogelijk zien van dit natuurpark want daar zijn we voor naar Costa Rica gekomen. Onze gids heet Michi en weet ontzettend veel te vertellen. We moeten eerst 10 minuten over het strand voordat we bij de ingang van het park zijn alwaar we ons allemaal apart moeten registreren en betalen. Dat neemt helaas erg veel tijd in beslag maar ja we hebben de hele dag de tijd. We zien ontzettend veel verschillende bomen en planten (Gemberplant, balsa wood met hele pluizige vruchten, passie flora, strangel tree, Madrigeras (huis van de dieren), pompe hodge (lid van de balsa), red indiaan tree een rode boom met zonder bast en bladeren in de droge tijd, mangotree, hibiscus, Helioronia, little appele tree, White ceens (bamboe soort)). Maar ook laat hij termieten nesten zien. Deze termieten zijn heel klein; als hij een nest kapot prikt lopen ze over zijn vinger. Deze steekt hij prompt in zijn mond, het blijkt dat je hier energie van krijgt! De indianen gebruiken ze om op hun huid te smeren als afweermiddel tegen insecten. Brrrrr laat maar.

Als eerste spotten we een “Golden Spider”- spin maar dan ook echt een hele grote. Vlak daarna zien we neusbeertjes scharrelen. Ze eten kreeftjes en je hoort ze de schalen kraken.

Dan zijn we bij de rivier en nu blijkt dat we dus echt door het water zullen moeten waden. Ik baal als een stekker want Mathijs is hier niet echt heel duidelijk in geweest. Nu moet ik met mijn “nieuwe” wandelschoenen door het water. Terwijl dit water tot mijn knieën komt en mijn schoenen dus vol zullen lopen, baal baal baal. Ik ga proberen of ik langs de kant van de rivier kan lopen, baal baal baal, en blind pak ik een boom beet om niet in het water te hoeven stappen. AUW, ik heb een stekelpalm beetgepakt en mijn rechterhand zit vol met grote en kleine stekels. De grote trek je er zo uit maar er zitten er ook een aantal in mijn pink onderhuids en volgens Michi moeten die eruit anders gaat het ontsteken. Shit heb ik dat!

Het duurt minstens een half uur voordat Michi ze er allemaal uit heeft; deze gids heeft echt engelengeduld en daar heb ik maar weer mazzel mee.

Als ze eruit zijn ga ik nog op iemand zijn slippers naar het eerste zandbankje maar dan zie ik dat het echt onbegonnen werk is. Ik doe mijn wandelschoenen weer aan en spetter het water in. We lopen ongeveer 20 minuten stroomopwaarts, daar is een poeltje en degene die wil kan hier even lekker zwemmen in het koude water. Jan, Peter en Claudia zien dat wel zitten en spetteren even vrolijk rond. Als we weer aan het beginpunt zijn spotten we een drieteen-luiaard hoog in de boom. Je ziet wel iets zitten maar je kan echt niet onderscheiden wat het is, gelukkig hebben we een gids die veel weet. We duiken het bos weer in en lopen al kijkend en genietend door. Je hoort heel veel vogels maar ziet ze zeker niet allemaal, ook van die mooie blauwe Morpho-vlinders vliegen hier. Dan zie ik iets dat op een groot zwart varken lijkt en gelijk met mij raakt Michi helemaal in verroering. Het is een Tapir (Baird’s Tapir), iedereen is doodstil en kijkt gefascineerd naar dit zeer zeldzame dier dat hier zo maar voor onze ogen loopt te scharrelen in het bos. Wouw. Michi is door het dolle, hij gidst hier al zeven jaar en heeft dit nog nooit gezien. Opeens gaat de Tapir er vandoor richting strand. Michi begint ook te rennen en gaat van het pad af het bos door en wenkt ons hem achterna te komen. Wij ook van het pad af en door het bos naar het strand. Daar rent de tapir er vandoor en wij hebben het nakijken. In het zand staan zijn poot afdrukken als stille getuige dat hij hier echt was. Onze dag kan niet meer stuk. Ongeveer 20 minuten later zijn we bij de monding van een riviertje waar we ons lunchpakket kunnen opeten. Net als we aankomen zwemmen er twee bultrug walvissen voorbij. We zien nog net hun vinnen en ik zie er ook een spuiten. Jongens wat een dag! Na een half uurtje rust trekken we weer verder. Opeens zien de meeste van ons een grote Miereneter (Collared Anteater) lopen tegen een heuveltje in de verte.

Michi mist hem en sprint weer van het pad af het bos in, wij er weer achteraan natuurlijk maar het gaat heftig omhoog en er staan allemaal van die stekelpalmen dus ik vind het al gauw goed. Iedereen keert snel weer terug. Michi denkt ook nog een paar hert-achtigen te hebben gezien maar die zijn natuurlijk te erg van ons geschrokken en laten zich niet meer zien. We gaan weer op pad en zien een Great Curassow, dit is een donkere vogel met een pauwachtige kop. Ook zien we een visarend (Black Hawk) die prachtig blijft zitten, allerlei andere soorten vogels in allerlei kleuren en te veel om hier op te noemen en Spider Monkeys. Als we op de terugweg weer bij het riviertje komen waar vanmorgen een bordje stond dat je dit water kan drinken kijkt Michi heel bedenkelijk en wijst ons op de troebelheid van het water. Hij legt uit dat als je drinkt van dit water het wel eens niet helemaal goed met je af kan lopen. We lopen achter hem aan stroomopwaarts en vinden een gigantische hoop stront midden in de rivier. Waarschijnlijk is dat van een tapir. Hij gaat samen met Jan nog verder het bos in als wij besluiten om maar om te keren en de makkelijke weg terug te nemen. Ze spotten alleen nog een Agouti maar gelukkig zien we die later ook nog zodat ook wij deze bij kunnen schrijven op ons lijstje. Net als je loopt te denken wat hebben we nu nog niet gezien is daar ineens een slang die zich laat bewonderen. Gelukkig geen giftige, een Salmon Bellied Racer. Tjonge jonge wat hebben wij veel gezien vandaag en als er dan ineens een Red Tailed Squirrel in de boom naast het pad zit valt toch je mond weer open van verbazing.

Het laatste stuk terug gaat in een rap tempo want we zijn behoorlijk lang onderweg geweest, maar ja we hebben ook zoveel gezien terwijl we toch het hele traject wilden lopen. Het was maar 10 km maar wel de mooiste die ik ooit gelopen heb.

Mijn schoenen zijn door al dat lopen ook al weer aardig droog geworden. Bij het tentenkamp moeten we nog wel even op tekenjacht want werkelijk iedereen zit onder. Gelukkig zijn ze vrij makkelijk te verwijderen, zeker met de tekentang (komt hij toch een keer van pas).

Vanavond gaan we direct na het eten (uiensoep, hartige taart, vis, rijst, boontjes) naar bed want we zijn best een beetje moe van de hitte en alles wat we vandaag hebben meegemaakt. We vallen allebei als een blok in slaap.

21 Februari 2004

Fachitas

Maar ja dan ben je wel vroeg wakker en om 5 uur besluiten we dan ook om nog even het bos in te gaan en een klein wandelingetje te maken. We horen heel veel apen maar zien er weinig, wel zien we allerlei kleine hagedisjes, zelfs de vogels slapen nog.

We hebben deze morgen alle tijd om nog van deze paradijselijke omgeving te genieten voordat we weer over het strand teruggaan naar Carate waar de auto’s ons al weer op staan te wachten. Ik geniet van de terugrit nog meer dan op de heenweg en probeer ieder moment op mijn netvlies te planten om nog zo lang mogelijk na te kunnen genieten.

Helaas zijn we 1 ½ uur later weer in Puerto Jimenez waar we weer in hetzelfde hotel logeren als twee dagen geleden. We brengen onze was naar de balie van het hotel om het te laten wassen en gaan het stadje in. Als eerste posten we onze kaarten die we al dagen bij ons hebben. De brievenbus klinkt erg leeg, we zullen het wel zien als we weer thuis zijn of dat de kaarten ooit aankomen. Al slenterend komen we langs een Italiaans restaurant en we besluiten om hier te gaan lunchen. We zijn de enige en kunnen lekker achterin de tuin zitten, heerlijk in de stilte. We eten allebei een soort ravioli en ik moet zeggen, koken kunnen ze hier wel, hmmmm heerlijk.

Na deze heerlijke lunch belanden we bij de kroeg annex Mexicaans restaurant waar Gitte, William en Peter buiten zitten. We komen er de hele middag niet meer vandaan als ook Sarina, Joyce en Mathijs aanschuiven. Later, als het al lang avond is gaan we er ook eten maar niet nadat we onze schone was hebben opgehaald in het hotel. Als we terugkomen bij het restaurant zit de rest van de groep er inmiddels ook binnen. Gaan we wel of gaan we niet….. nou ja laten we maar aanschuiven en zo eten we weer een avond bijna met z’n allen.

Op aanraden van Sarina eet ik voor het eerst Fachitas en dit is iets wat ik niet zo snel meer zal vergeten want het is heerlijk. Na het eten gaat de “jeugd” richting disco en wij verdwijnen richting bed want we waren tenslotte al om vijf uur op vanmorgen en morgenochtend loopt de wekker alweer om die tijd af. Toch wel afzien hoor zo’n vakantie.

22 Februari 2004

Belasting paradijs

We moeten vanmorgen om zes uur met de boot mee naar de overkant van de Golfo Dulce naar Golfito. Je kan voor deze boot niet reserveren dus Mathijs loopt een beetje zenuwachtig heen en weer om er voor te zorgen dat we daadwerkelijk allemaal aan boord komen. Het is namelijk erg druk zo op de vroege morgen. Er zijn nog twee Nederlandse fietsers aan boord gekomen en dat is wel even gezellig kletsen onderweg. Ze fietsen van Nicaragua langs de kust in Costa Rica richting Panama alwaar ze op het vliegtuig stappen naar Bolivia en daar weer verder fietsen in Zuid Amerika. Ze doen het voor een goed doel en worden gesponsord door het thuisfront. Ik geloof dat ze er zo’n 4 ½ maand over kunnen doen, lijkt me heerlijk maar dan niet op de fiets!

Het water is heel kalm en de beloofde dolfijnen vinden het ook nog te vroeg dus wordt het al met al een beetje een saaie overtocht. Golfito is na het sluiten van de United Fruit Company in 1985 omgetoverd tot een belastingvrije zone waar de Tico twee keer per jaar 400 dollar mogen spenderen als ze voorafgaand aan de koop minimaal 24 uur in Golfito doorbrengen. Het kan er in het weekend hectisch druk zijn maar daar merken wij op dit vroege uur nog niet erg veel van. Het is geen mooi stadje en na een ontbijt bij de Musmanni en een kop koffie aan de overkant is Melvin al weer klaar met het beladen van de bus en kunnen we vertrekken. We hebben een lange rit voor de boeg door de bergen over de Pan American Highway. Weer langs San Isidro richting San Jose maar daarvoor slaan we af en komen uit in Cartago waar we de kathedraal kunnen bezichtigen. Vroeger (voor 1823) was dit de hoofdstad van Costa Rica. Cartago ligt in het gebied van de vulkaan de Irazú die er voor gezorgd heeft dat het een en ander in de stad verloren is gegaan. De kathedraal zoals wij hem nu bezoeken is van 1926 (Basilica de Nuestra Senora de los Angeles). Hier bevindt zich een Maria beeldje dat verscheidene malen van deze plaats is weggehaald maar telkens weer verdween en op ongeveer deze plaats teruggevonden werd. Men heeft het toen maar een permanente plaats gegeven en is nu te bewonderen in de kerk. De Tico’s die hier komen schuifelen op hun knieën, al biddend, door het gangpad naar voren. Een zeer indrukwekkend gezicht. De kerk is helemaal van hout, ook de buitenkant en heel bijzonder om te zien. Aan de overkant van de straat drinken we nog even een bakkie leut en gaan dan snel weer verder. We willen, als we op tijd zijn nog naar de vulkaan rijden maar onderweg wordt al duidelijk dat het te bewolkt en te laat wordt; dus helaas. We eindigen de rit in Turrialba bij het Pochotel. Dit is zo’n 11 km van de stad dus we zullen ons zelf moeten vermaken de komende twee avonden. Voor eten wordt gezorgd. We hebben allemaal een apart huisje, wij zitten aan de achterkant en hebben niet veel uitzicht daar er allemaal boomtoppen voor onze ramen zijn maar toch is het heel idyllisch. Door de boom heen kan je allemaal lichtjes zien van de stad in de verte en de stuwdam beneden ons. Het eten is een soort barbecue, geroosterde kippenpoten, rundvlees, kaas en worst met rijst, groenten, bonen en aardappelen. Het smaakt ook deze avond weer lekker.

23 Februari 2004

Indianen reservaat

Vandaag staat het raften op het programma, ook een van de onderdelen waarom wij deze Costa Rica reis wilden maken. Al vroeg gaan we op pad naar Turrialba waar we eerst een echt Costa Ricaans ontbijt krijgen geserveerd. Onze gids is Marlon en zal proberen om ons de hele dag te vermaken! We gaan op weg naar de rivier de Pacuare alwaar wij zo’n 28 km zullen gaan peddelen.

Het laatste stuk gaat over een niet geasfalteerd stuk weg en de chauffeur is erg bang dat zijn bus het niet zal redden dus hij rijdt stapvoets naar beneden en wij husselen aardig door elkaar. We zijn met z’n zessen, de rest van de groep gaat de vulkaan bekijken en naar een Indianen opgraving.

Bij de rivier krijgen we een zwemvest en een helm uitgereikt. Omdat de rest van de mede peddelaars er nog niet zijn gaan we eerst nog even naar de overkant van de rivier om een stukje te wandelen volgens Marlon. Hij geeft ons instructies en we komen aardig snel aan de overkant, dat valt alvast niet tegen. We lopen een stuk rivier opwaarts in een prachtig mooi stuk natuur. Dan zijn we bij een diep stuk in de rivier en hij zegt ons in het water te springen. Jan springt meteen, de rest kijkt verschrikt….wat is dit nu? Maar dan zien we ook de lol er wel van in en springen we een voor een te water en merken we meteen dat het zwemvest zijn werk goed doet en hoeven we vandaag niet meer bang te zijn dat we zullen verzuipen. We gaan weer terug naar de overkant en zien er uit als een stelletje verzopen katten maar dat mag de pret niet drukken.

We zijn uiteindelijk met z’n elven en worden over drie boten verdeeld. Wij gaan met Claudia en Chris en Marlon in één boot, dat lijkt me een goed team en dat zal later ook blijken.

Eerst nog wat uitleg over de commando’s die gegeven zullen gaan worden en als we dan massaal naar links overhellen als er rechts geroepen wordt weten we dat het allemaal wel goed zal komen vandaag. Als Marlon roept “forward” moeten we allemaal tegelijk peddelen, dit is om de stroomversnellingen goed door te komen. Je zit met je voet in een soort riem zodat je er niet uit kan vallen. Vond ik het in het begin allemaal een beetje eng maar naarmate we verder komen is de angst volledig verdwenen en geniet ik van iedere minuut. Niet alleen van het varen maar ook van de prachtige omgeving.

We varen door een Indianenreservaat en de natuur is hier nog onaangetast, geweldig! De stroomversnellingen zijn echt kicken als hij heel snel is moeten we onder in de boot gaan zitten, maar omdat Claudia en ik beide nogal een dikke kont hebben zitten we af en toe klem en valt het niet mee om na de versnelling weer snel omhoog te komen.

Dit leidt tot hilarische momenten en maakt het alleen nog maar leuker. De andere boten lijken in onze ogen maar een beetje te dobberen en zeker de boot met onze twee vrouwelijke Koning Aapers. Later zullen we ook aan de foto’s zien dat dit inderdaad ook het geval geweest is. Op een bepaald moment mogen we uit de boot om even te zwemmen, Jan maakt daar gebruik van maar wij op dat moment niet, later in een kloof gaan wij ook allemaal overboord en laten we Marlon alleen achter. Het is heerlijk om even in het water te drijven. Bij de meeste stroomversnellingen worden foto’s gemaakt zodat we later toch nog een aandenken zullen hebben want zelf kan je uiteraard niet fotograferen onderweg.

De rivier is 120 km lang en wij leggen er 28 km van af en dat is lang zat. Op het eind zijn we allemaal best een beetje moe, we zijn 3 ½ uur aan het peddelen geweest.

Vlak bij Siquerres is het eindpunt. Ons busje staat al klaar en als de boot uit het water is en we hebben onze reddingsvesten en helmen ingeleverd kunnen we instappen. We zijn weliswaar nog kletsnat maar daar gaan we in het restaurant iets aan doen. Er is zelfs een douche waar je je lekker even kan afspoelen en daarna droge kleren aan. We krijgen een traditionele maaltijd en ondertussen zien we op de TV onze foto’s voorbij flitsen. Aan het einde van de maaltijd komt de fotograaf zijn waar verkopen en natuurlijk willen wij een cd’tje. Maar we zijn wel Hollanders dus nemen we één cd die we thuis wel zullen kopiëren. We spreken af dat hij de cd afgeeft bij Hotel Europe in San Jose alwaar wij onze reis zullen eindigen. Of dit goed gaat komen???

Als we na een uur terugkomen in het hotel is tot onze verbazing de rest van de groep nog niet aanwezig. Dan maar een biertje met z’n zessen en gezellig even napraten. Al snel komt de meute binnen. Het blijkt dat niet allen wij wat beleefd hebben vandaag!

Op de terugweg van de vulkaan, de Irazú, is de bus kapot gegaan. Ze hebben geluk gehad dat hij niet hard reed want de bladveren sprongen kapot en hij maakte een rare slinger voordat de bus remmend tot stilstand kwam. Gelukkig is alles goed afgelopen. Marvin moet nu wel aan de slag want morgenochtend moet de bus weer tip top in orde zijn. Gelukkig hebben ze nog wel oren voor onze verhalen zodat we toch ook ons avontuur kunnen vertellen.

Het gevolg van de kapotte bus is dat we wel weer in het hotel moeten eten en dus niet de stad in kunnen. Dat is wel jammer. Maar ja, wij zijn zo moe dat al heel vroeg onze luikjes dicht vallen.

24 Februari 2004

Kippenhok

De bus is klaar en om zeven uur kunnen we vertrekken. We moeten de boot halen van half 11 in Cano Blanco. Eerst doen we Siquerres aan waar we boodschappen kunnen doen. Op een gegeven moment rijden we een hele slechte weg op die ons tot het einde zal vergezellen. Onderweg rijden we langs bananenplantages en grote bananen verwerkingsbedrijven. Mathijs beloofd ons dat we op de terugweg bij zo’n bedrijf gaan kijken. Ook zien we veel vee en prachtige bomen onderweg op de plekken waar de plantages even ophouden. We zijn op tijd voor de boot. Het is hier een drukte van belang want alles moet over het water naar Tortuguero vervoerd worden, je ziet dan ook boten volgeladen met voedingsmiddelen maar ook met meubilair enzo.

We varen zo’n 1 ½ uur over een prachtige rivier. In het begin heel langzaam omdat het water erg laag staat en de motoren van de boot over de bodem schrapen maar als hij dit stuk gehad heeft gaat er een flinke vaart in. We zien veel watervogels.

Het hotel bestaat uit barak-achtige blokken met zo’n 10 kamers naast en aan elkaar midden in een prachtige tuin en onder gigantische bomen die vol zitten met brulapen. De kamers zijn groot en hoera: de douche is warm. We zijn inmiddels aan de Caribische kust aangekomen, dus geen kou meer ’s avonds. Omdat we ver van de bewoonde wereld zitten moet je wel gebruik maken van het restaurant van het hotel dus we gaan maar snel lunchen.

Je wil het niet weten! Het restaurant zit vol met bejaarde Canadezen en die maken me daar een partij herrie, het lijkt waarachtig wel een kippenhok. Dat wordt snel eten en heel snel weer weg…….

Omdat we pas om vier uur richting dorp gaan kunnen we nog een duik nemen in het zwembad en gewoon even relaxen en bijkleuren. Heerlijk.

Als we richting dorp varen stoppen we eerst bij het “Turtlecentre”, hier is een soort museum en er wordt een film vertoond over de redding van de schildpadden op dit gedeelte van de kust. Interessant om te zien en vooral die kleine schildpadjes die een weg naar zee zoeken zijn altijd weer schattig om te zien. We lopen richting strand en dat ziet er niet uit. Helemaal bezaaid met rotzooi en afvalhout. Niet het beeld dat je van de Caribische kust hebt; gelukkig weten wij inmiddels dat het ook anders kan. Als we richting dorp gaan komen we eerst nog een kokosnotenverkopertje tegen. Omdat een aantal van ons nog nooit een verse kokosnoot geproefd hebben doet hij goede zaken. Als de kokosnoten op zijn klimt hij vliegensvlug de boom in om er weer nieuwe uit te kappen.

Het dorpje is niet groot maar ze hebben een leuke kroeg en een prima restaurantje (Miss Miriam) waar we met z’n allen gaan eten. Je kan hier prima rivierkreeft eten en dat gaan we dan ook maar even doen. Ik zal niet weer zeggen dat het verrukkelijk was maar…..dat was het wel en voor herhaling vatbaar.

Omdat alles over het water moet maar niet iedereen op dezelfde tijd naar bed wil heeft Mathijs voor verschillende bootjes c.q. vertrektijden gezorgd. Wij houden het vol tot half 11 maar dat is, voor ons doen, dan ook zeer laat…..

25 Februari 2004

Onze eerste kaaiman

Het was niet onwijs laat dus gisteravond maar nu is het wel onwijs vroeg: 5 uur als de wekker afloopt. Om zes uur gaan we varen in de kanalen van Tortuguero, tja en wie wil dat nou missen.

Al heel snel zien we brulapen in de bomen langs het water, die hadden we trouwens toen we in bed lagen ook al gehoord alsof ze onder je raam stonden. We moeten eerst langs af om te betalen alvorens we het Nationale Park in mogen. Langzaam varen we langs de kanten en de kapitein maakt ons regelmatig attent op de verschillende beesten.

We zien: heel veel verschillende soorten reigers, brulapen, groene ara’s, vleermuizen (Long Nosed Bat), aalscholvers, toecans, visarend met slang aan zijn poot, leguaan (Green Iguana), groene leguaan (Emerald Basilisk), schildpad (Black River Turtle), kaaiman (Spectacted Caiman) en nog veel meer andere vogels. Een tochtje van twee uur en we genieten van iedere minuut.

Als we terug zijn gaan we weer in het kippenhok ontbijten maar om half 10 gaan we al weer op pad. We gaan het hoogste punt van dit gebied beklimmen. Een prachtige wandeltocht door het tropische regenwoud. Al snel spotten we kleine rode gifkikkertjes (Bluejeans Dart Frog). Er vliegen prachtige vlinders rond en de natuur is overweldigend. De klim omhoog is een slijtageslag. Stijl langs boomwortels omhoog met afstanden waar je kruis bijna van uitscheurt in een temperatuur waarbij je in Nederland alleen maar achter je biertje zou blijven zitten. Maar toch de moeite waard. Boven heb je zicht over het hele gebied, je ziet de kust en alle kanaaltjes van Tortuguero Nationaal Park.

Beneden gekomen lopen we door naar het strand waar we eerst bij een tentje iets kouds kunnen drinken voordat we weer terugvaren naar het hotel. Na de lunch gaan we nog de vlindertuin bezoeken. Er zijn hier heel veel Morpho’s maar ze zijn niet te fotograferen. Als ze stil zitten klappen ze hun vleugels dicht en dat is niet zo fraai.

Om een uur of vier hebben we het wel gehad voor vandaag, lekker even bij het zwembad liggen en uitrusten is het enige wat we nog doen voordat we weer naar het dorp varen voor die verschrikkelijke kreeftjes.

Omdat we al zo lang wakker zijn besluiten we direct na het eten terug te varen naar de lodge. Onderweg in de boot besluiten we met de mensen die ook mee teruggaan om nog even wat te gaan drinken in de bar van de lodge. Nou dat was niet zo’n goed idee.

Het is best een leuke bar maar er zit helemaal geen pit in, geen muziek en een vreselijk chagrijnige bartender die ons met pijn en moeite één borrel wil geven die we ook nog meteen moeten afrekenen. We gaan dus ook maar weer snel weg want hier word je niet vrolijk van, wordt het toch nog vroeg slapen!

26 Februari 2004

Bananen, leguanen en geflambeerde vis

We vertrekken deze morgen niet zo vroeg dus alles kan langzaam aan alhoewel we wel weer heel vroeg wakker gebruld worden door de apen.

In 1 ½ uur varen we weer terug en Marvin staat al weer trouw te wachten op ons. Onderweg rijden we langs duizenden bananen en willen we dus ook wel even zien wat daar nu mee gebeurt. Bij een fabriek van Chiquita stoppen we dan ook even om te kijken. Omdat we onaangekondigd komen mogen we geen foto’s maken en niet helemaal naar binnen maar wel even kijken. Het gaat in een rap tempo allemaal. De bananen worden afgespoten, van de trossen afgehaald, in een bad gegooid, bijgesneden, weer in een bad gegooid, gestickerd en verpakt. Met heel veel handjes wordt hier gewerkt, niets automatisering!

In Las Palmas gaan we lunchen en dan weer snel de bus in want we moeten nog een eind rijden. Maar Mathijs heeft nog een verrassing in petto. Een paar uur later stoppen we bij een volgend restaurant (in Muelle), nu niet om te eten maar om de honderden leguanen te bewonderen die naast het restaurant in de bomen liggen. Overal waar je kijkt liggen ze en bewegen; ho maar. Mooie foto’s dus! Leuk en de moeite van het omrijden waard.

Tegen zessen zijn we in Luigi’s Lodge in La Fortuna nadat we onderweg nog even de zonsondergang achter de vulkaan konden fotograferen. Helaas konden we niet eerder stoppen want toen de bus eenmaal stil stond was het mooie er al een beetje vanaf.

Ook zagen we onderweg een bord langs de weg met een reclame over een canopy tour die hier ergens in de buurt kan maken. We vragen aan Mathijs of hij daar iets vanaf weet; dat weet hij niet maar hij gaat voor ons informeren.

We duiken massaal het zwembad in na deze lange dag in de bus, het hele hotel staat meteen op stelten! We worden om half acht weer aan tafel verwacht voor een spectaculaire geflambeerde visschotel. Mathijs heeft ons die aanbevolen dus gaan we ervoor. Als Jan en ik wijn bestellen en deze heel erg lang op zich laat wachten en de rest van de groep wel wijn krijgt en wij nog steeds niet is de toon gezet voor deze avond. Het flamberen is inderdaad spectaculair en het ruikt heerlijk maar dan… Terwijl ze met het showtje bezig zijn worden er al borden met patat achter de koks neergezet. Als ze aan het opscheppen toe zijn loopt er nog maar 1 kok rond en die moet de rest van het eten op de borden doen en alles rond brengen. Nou je raad het al, alles is steenkoud als het op tafel komt. De geflambeerde vis is baggervet, sommige stukken lijken niet helemaal goed gaar en lang niet iedereen heeft van alles wat. Mathijs wordt boos (wij ook maar wij spreken nog geen Spaans en kunnen het dus niet overbrengen) en eist nieuwe patat en meer vis. Wij hebben genoeg en hoeven niets meer, onze eetlust is even helemaal over. Als er na een half uur nog geen nieuwe patat en vis is wordt Mathijs nog bozer en komt het ook niet meer goed deze avond,…….. en de volgende dag.

27 Februari 2004

REGEN REGEN EN NOG EENS REGEN

Als we wakker worden raden we het al, het regent; dus de vulkaan is niet te zien. We gaan toch een hike maken in het park van de Arenal. Marvin brengt ons weg. Het wordt, ondanks de regen, toch een mooie wandeling. We lopen eerst door een soort riet en komen daarna op de lavavelden wat altijd imposant en indrukwekkend is en daarna nog door een prachtig mooi bos met heel veel mos en epifyten. Door de regen horen en zien we geen vogels maar toch was het mooi en de moeite waard. Aan het einde van de wandeling, nadat we ook nog orchideeën, bloeiende bromelia en een hele grote zwarte vogel met gele snavel hebben gezien komen we bij een riviertje dat we over moeten steken voordat we bij de bus zijn. Gelukkig is het nu het droge seizoen anders weet ik niet of we het droog gehouden hadden.

De rest van de middag brengen we door met winkelen, internetten en telefoneren.

Als we terugkomen bij het hotel worden we opgewacht door Sarina en Mathijs. Het hotel heeft de baas van Mathijs opgebeld om hem te vertellen dat hij hun mishandeld heeft en dronken was gisteravond. Mathijs heeft misschien een geschikte getuige nodig (en acht Jan daartoe in staat) om aan zijn baas te vertellen dat dit allemaal gelogen is en hij alleen heel boos was omdat het eten en de service zo slecht was. Gelukkig is dit allemaal niet nodig

Voor ons kan hij sowieso niet meer stuk die Mathijs want nadat we gisteren aangekomen waren is hij meteen informatie gaan inwinnen over de canopy tour. Na een beetje puzzelen heeft hij voor ons de oplossing gevonden. Omdat we hier één dag langer zijn (het hotel in Rincon de la Vieja was overboekt, maar dat wisten we in Nederland al hoor!) kunnen we deze tour maken op de ochtend van vertrek. Marvin brengt ons dan weg, gaat terug naar het hotel en haalt daar de rest van de groep op na het ontbijt en dan komen ze ons met z’n allen weer ophalen en zetten we van daaruit de reis voort. Geweldig toch!

Na het eten gaan we naar de warmwaterbaden: Baldi Thermae. Deze baden worden gevuld met het water dat uit de grond/vulkaan komt. Iedere avond worden de baden leeggemaakt en ’s middags vlak voordat het complex weer open gaat worden de baden gevuld. Als je binnen bent kan je van alle baden gebruik maken zoveel je wilt. Er zijn er een stuk of acht met allemaal een andere temperatuur waarvan de warmste ca. 67°C is. Het omkleden gebeurt in zo’n ouderwets omkleedhok van cement. We gaan eerst in het 42 °C bad en bouwen het zo op maar in de heetste komen wij niet, een paar anderen van onze groep hebben het wel gedaan: stelletje bluffers! In één bad staan een soort stenen bedden hier kan je lekker even liggen. Omdat het regent is dit heerlijk, met de onderkant van je lijf in het warme water en met de bovenkant in de regen. Weer een ander bad heeft drie watervalletjes die erg warm zijn (zeg maar heet) maar dat maakt het wel heel apart. Het is een heerlijke relaxte avond. Helaas zonder uitbarstende vulkaan in beeld maar ach je kan niet alles hebben….

28 Februari 2004

Nicaragua

Als we wakker worden regent het nog steeds maar ziet het er toch wel beter uit dan gisteren. Af en toe zie je ook blauw aan de hemel. Na het bellen met de booteigenaar waar we naar toe op weg gaan blijkt het daar, zo’n 1 ½ uur verder rijden, redelijk weer te zijn. Onderweg zien we veel suikerriet en sinaasappelbomen. We stoppen heel even bij een suikerriet verwerkingsbedrijf, dit ziet er een beetje triest uit vind ik maar dat kan ook door de regen komen die hier nog naar beneden gutst.

We rijden tot vlak bij de Nicaraguaanse grens, hier ligt het natuurreservaat Refugio Nacional de Vida Silvestre Cano Negro. De rivier de Rio Frio mondt uit in het Lago Cano Negro. De boot ligt al op ons te wachten zodat we meteen kunnen vertrekken. We zijn nog niet eens uit het zicht van de aanlegsteiger of we spotten al een ijsvogel, kaaimannen en schildpadjes. Dat belooft wat. Er zijn hier heel veel ijsvogeltjes en aalscholvers. Het schijnt dat de grootste kolonie aalscholvers van Costa Rica hier huist. We zien verder nog een prachtige Emerald Basilisk met boven hem in de bomen brulapen maar ook vleermuizen, Turkey Vulture, koningsreiger, witte reiger met gele poten, gewone witte reiger, Tropical Kingbird, Tiger Heron, kleine blauwe vogeltjes met een wit buikje en dus blauwe met bruine buik ijsvogeltjes en wit met groene ijsvogeltjes. Ook zit er een kolonie Capucijner aapjes in de bomen. Een aantal van hun vriendjes zijn naar de overkant gezwommen en ze staren dan ook naar de overkant om te kunnen volgen wat er daar gebeurt. Op deze manier zijn ze vol in beeld en dat vinden wij natuurlijk prachtig. Helaas komen we niet tot aan het meer, misschien hadden we bij de 500ste aalscholver iets minder enthousiast moeten reageren dan waren we misschien wat sneller doorgevaren maar ach het is toch ruim genieten hoor. Ook de kaaimannen zijn spectaculair, één ligt vrij hoog op het water en is goed te zien.

Op de terugweg varen we best wel snel door de rivier maar ineens keert de kapitein de boot en probeert hij zo dicht mogelijk aan de wal te komen. Er zit een luiaard in de boom met een kindje op zijn buik. Helaas is zij toch heel moeilijk te fotograferen maar wel gaaf hoor!

We hebben mazzel gehad met het weer want tijdens de hele drie uur durende tocht heeft het niet geregend maar als we bijna weer terug zijn begint het te spetteren.

Er staat een lunch voor ons klaar in het café van de bootverhuurder. Rijst met kip, groenten prutje, vers gebakken nacho chips en, uiteraard, bonen. Erg smakelijk.

Gisteravond hadden we onderweg naar de warme baden een Chinees restaurant gezien en we besluiten om hier vanavond met z’n vieren te gaan eten. De dames hebben een onbedwingbare trek in Chinese tomatensoep. Helaas staat dit niet op de menukaart maar met veel handen- en voetenwerk kunnen we toch tomatensoep bestellen. We zijn benieuwd!

Als ze even later met een grote soepkom met rode soep aan komt zetten en wil dat we hem eerst proeven zijn we stom verbaasd. Dat maak je niet vaak mee dat je eerst mag proeven en als het goed is mag je het houden en anders maken we het nog een beetje anders. De smaak is formidabel, een glimlach breekt door, en ze gaat snel de andere twee soepkommen halen. Heerlijk! Het werd zo weer een zeer gezellige avond met lekker eten en veel lol.

1 maart 2004

Eindelijk weer zon

Om half zes worden we dus door Marvin weggebracht voor onze Canopy tour. Het regent gelukkig niet meer maar het is uiteraard wel heel erg nevelig zodat we nog steeds geen zicht hebben op de vulkaan. De tour is aan het begin van de stuwdam. Het park is twee jaar geleden pas aangelegd door maar 20 mensen en ik vind dat ze het prachtig hebben gedaan. De gids staat al op ons te wachten zodat we direct aan de tocht kunnen beginnen. Wij zijn met z’n zevenen, dat is net een leuk groepje. Alle hangbruggen hebben een naam en de eerste stappen het bos in gaan ook over een hangbrug (Puente el Tolomuco, 24 meter hoog).

Het zijn wel hele stevige bruggen, niet van die wiebeldingen waar een aantal bang voor waren. Puente Tarantula, 1.5 m, Pente la Pava 6 m, Puente Olingo 7.5 m, Puente Terciopelo 24 m, Puente El Palmito 14 m, Puente Hormiquero 24 m, Puente Salva Arboles 3 m, Puente Catarata 45 m, Puente Pilon 21 m, Puente Escalera de Mono 1 m, Puente Vista Arenal 45 m, Puente Jacamar 10 m en Puente El Pavon 3.5 m.

De gids is ornitholoog en weet dus heel veel te vertellen over de vogels in het bos maar ook over de verschillende bomen en beesten die er wonen. Helaas is het dus nog wel bewolkt en zijn er niet veel vogels te zien vandaag maar de paradijsachtige omgeving maakt dat helemaal goed. Het is heel moeilijk te beschrijven wat we zien maar wat natuurschoon betreft is dit het mooiste en indrukwekkendst wat ik ooit gezien heb. We horen regelmatig brulapen maar krijgen ze niet te zien maar wel een Eyelash Palm Pitviper, dit is een klein maar zeer giftig slangetjes. Als de gids vertelt dat je binnen drie uur dood kan zijn na een beet van dit ondermaatse beestje doen we allemaal even een stapje achteruit. Ook zien we nog een eekhoorntje, een Motmot, een Rufous Tailed Jacamai en een Violet Sabrewing.

De hoogste brug is 45 meter boven de grond, je staat oog in oog met de toppen van de bomen en nogmaals in een niet te beschrijven paradijselijke omgeving.

Helaas komt aan alles een eind zo ook aan deze wandeling en kunnen we al wachtend op de bus nog een lekker kopje koffie drinken en even bijpraten over al het moois dat we gezien hebben.

De bus laat nogal lang op zich wachten maar als hij er eindelijk is wordt al snel duidelijk wat de reden van dat wachten was. Bij het afrekenen in het hotel ging het helemaal mis. Er blijkt nu dus dubbel betaald te zijn voor die verschrikkelijke maaltijd van twee avonden geleden en iedereen is behoorlijk getergd door de manier waarop ze ons behandeld hebben. Nee Hotel Luigi’s Lodge krijgt van ons een dikke onvoldoende (zegt het voort)!

Snel gaan we op weg om La Fortuna te vergeten, op naar de zon. We rijden een hele tijd langs de oevers van het grote meer (Laguna de Arenal). Als we net 5 minuten onderweg zijn zit er een grote groep neusbeertjes langs de weg. Marvin stopt even voor ons. Jammer eigenlijk want deze beestjes worden steeds gevoerd en dat is natuurlijk niet goed. Maar ja, zo kan je ze wel van dichtbij zien en dat is ook wel weer schattig. Volgens Mathijs zitten er heel veel beesten hier in de bomen. Waarschijnlijk zijn ze allemaal met vakantie want wij zien er niet één en worden er zelfs een beetje melig van. Sarina en ik beginnen met het bekende spreekwoord: een luiaard valt niet ver van de boom….. of was het anders!! (Dit houden we nog weken vol, ook na de vakantie komen er via de sms nog regelmatig spreekwoorden voorbij zoals: beter één luiaard in de hand dan tien in de lucht enz…….)

Helaas krijgen we geen kans om een foto te maken van het prachtige meer want na de koffiestop nemen we een andere weg dan dat Mathijs in zijn gedachte had en buigen we af zodat het meer uit het zicht is. We stoppen in Liberia om te lunchen. Dit is een redelijke grote stad met een echte supermarkt zodat we ook nog even kunnen shoppen.

Het landschap is inmiddels drastisch veranderd. Was het tot nu toe groen, groen en nog eens groen; nu wordt het kaal en dor. We komen in het droogste gebied van Costa Rica terecht, de Guanacaste. Er loopt veel vee en soms zijn er ook rijstvelden onderweg. Toch wel apart na al die overdaad van de afgelopen weken. Na Liberia is het nog een uur rijden en dan zijn we bij het Parque Nacional Rincon de la Vieja. (Rincon de la Vieja is een actieve vulkaan die voor het laatst tot uitbarsting kwam in 1997, het park is 14.161 hectare).

Via een zeer slechte weg, particulier gebied, rijden we naar ons hotel Hacienda Guachipelin. Dit hotel is onderdeel van een Cattlefarm in de middle of nowhere. De weg waaraan het hotel ligt is wel de doorgang naar de ingang van het park. Vanuit het hotel kan je leuke wandelingen maken naar o.a. een uitzichtpunt, een kleine waterval en een grote waterval. We besluiten om eerst naar de kleine waterval te lopen. Jan duikt meteen het koude water in maar ik geniet van de zon die we de afgelopen drie dagen hebben moeten missen.

Op de terugweg zien we een Agouti van dichtbij, kleine groene papagaaitjes (parkieten?) en een blauwe ekster met kuif (White-throated Magpie-Jay). We moeten snel doorlopen willen we de zonsondergang vanaf het uitzichtpunt nog kunnen zien. Er zitten al heel veel mensen te wachten, het is mooi om te zien maar niet echt spectaculair.

Het eten is in buffetvorm, best lekker maar we zijn flink moe en gaan er lekker vroeg in voor een lange nacht.

2 maart 2004

Een bijzonder beest!?

Vandaag staat er een wandeling in het park op het programma. De meeste hebben gekozen voor alleen de ochtendwandeling zodat er vanmiddag nog tijd is voor andere dingen. Het is een heel apart gebied. Eerst loop je door een prachtig mooi nevelbos waar we wat brulapen zien en neusbeertjes en even later loop je in de kale vlakte waar alleen wat parkieten rondvliegen en waar het echt bloedheet is. Onderweg kom je verschillende bezienswaardigheden tegen. Kokend water, bomen met stekels, een bijna opgedroogde waterval, een 300 jaar oude Ceiba tree en kokende modder. Het modder is zo wit dat het uit de verte lijkt op een besneeuwd stuk maar dichterbij is al snel duidelijk dat het om modder gaat. Heel fascinerend, volgens het boekje is het meer dan 90°C warm en bevat het heel veel zuren dus is het gevaarlijk voor je huid. De laatste poel die we zien bestaat uit heel veel verschillende kleuren, rood, geel en groen. Dit komt door de verschillende metalen die in de grond zitten. Ook hier is de temperatuur van wat uit de grond komt hoog (ca. 80°C) en stinkt het naar rotte eieren (H2S).

Na de lunch gaan Jan en ik samen op pad naar de Victoria waterval. De wandeling is goed aangegeven en het is heerlijk rustig om ons heen. Ik zie een prachtige toekan van dichtbij en een hele mooie paarse libel. Het bos is dor en heel anders dan we gewend waren. Door de wind die door de bomen “giert” hoor je helaas ook weinig vogels. Vlak voordat we bij de waterval zijn moeten we nog een riviertje oversteken en dan vlak daarna vrij steil naar beneden. Onze inspanningen worden wel beloond want de waterval is prachtig. Hij is niet zo hoog als we verwacht hadden (eerder 32 feet dan 32 meter) maar toch zeer de moeite waard. Ook drie anderen van de groep hebben de waterval gevonden. We blijven een tijdje zitten genieten, klimmen nog even richting waterval maar daar is weinig leven te bekennen. Op de terugweg zien we prachtige cactussen staan bij het steile stuk.Als we het riviertje weer overgestoken zijn en nog een klein stukje zijn doorgelopen zie ik ineens vol in beeld een hondachtig beest staan. We kijken elkaar recht in de ogen. Omdat ik nogal bang ben voor grote honden sta ik stokstijf stil en gebaar achter mijn rug Jan om voor mij te komen. Maar ook Jan is heel gefascineerd door wat hij ziet en voor we het weten rent de “hond” weg. Dit was dus een coyote en heel bijzonder om te zien (hebben wij dat!?). Niemand gelooft ons verhaal maar het was echt waar. Als we een paar dagen later in een winkel een geplastificeerde kaart met beesten zien, zien we dat het inderdaad een coyote geweest is want hij is gewoon hetzelfde als het beest op die kaart!

De rest van de wandeling zijn we opgewonden over hetgeen we gezien hebben en komen er niet over uitgepraat.

Vanavond borrelen we gezellig in de bar voordat we naar bed gaan.

3 maart 2004

Heel erg warm

En dan gaan we op weg voor de laatste luie dagen in Samara. Onderweg zien we heel veel suikerrietvelden die zwart gebrand zijn met mensen die daar aan het werk zijn en die dus ook gewoon helemaal zwart zijn van het roet, niet erg gezond denk ik!

Samara is een klein badplaatsje, wij logeren in Hotel Belvedere. Het is hier ontzettend warm en eigenlijk kan je het beste gewoon in het zwembad ronddobberen. Maar ja, we gaan toch maar eerst op het strand kijken en een stukje wandelen langs de kust. Eigenlijk lummelen we maar een beetje rond vandaag. Pizza eten bij de Italiaan, poedelen in het zwembad, biertje drinken, romantisch dineren aan het strand en dan loungen in de bar bij een volkomen geschifte Amsterdammer.

4 maart 2004

 Nog steeds heel erg warm

Ook vandaag lummelen we maar wat rond en doen we niet meer dan: zwemmen, biertjes drinken, zonnebaden, met kleren en al in het zwembad terecht komen en met z’n vijven lekker paëlla eten bij de Spanjaard.

5 maart 2004

Vogelen op de fiets

Na twee dagen op non-actief gestaan te hebben zijn we blij dat we vandaag toch weer een beetje actief kunnen zijn. Met een Amerikaan gaan we vogelen op de fiets. (Ook dit heeft Mathijs voor ons geregeld, de schat!) Op ons dooie gemakkie fietsen we om ongeveer 6 uur het dorp uit. Bij de eerste brug die we tegenkomen zetten we onze fietsen neer en het enthousiasme van onze gids slaat al snel op ons over. Wat heeft die man een goeie ogen en wat zitten hier verschrikkelijk veel verschillende vogels. Steeds fietsen we een stukje en staan we weer stil. De gids wordt echt gek als hij een Long Tailed Manakin ziet, hij heeft die zelf nog maar één keer eerder gezien en wij begrijpen dat dit dus heel bijzonder is. Wat we redelijk vaak zien zijn de Turquoise-browed Motmot en ik moet zeggen deze is ook wel heel bijzonder om te zien hoor. We zien verschrikkelijk veel vogels (zo’n 40 soorten) en genieten volop. Voor de liefhebbers onder ons hier zijn de soorten die we gezien hebben:

Baltimor Oriole, Bare-throated Tiger Heron, Barred Antshrike, Black Vulture, Black-headed Trogon, Blue-gray Tanager, Collared Aracari, Common Black Hawk, Double-striped Thick-knee, Dusky-capped Flycatcher, Great Kiskadee, Great-tailed Grackle, Green Heron, Green Kingfisher, Groove-billed Ani, Hoffmann’s Woodpecker, Ivory-billed Woodcreeper, Lineated Woodpecker, Long Tailed Manakin, Masked Tityra, Orange-fronted Parrakeet, Osprey, Rufous-naped Wren, Scissor Tailed Tyrant, Scrub Euphonia, Spotted Sandpiper, Streaked-backed Oriole, Striped-headed Sparrow, Summer Tananger, Tropical Kingbird, Turkey Vulture, Turquoise-browed Motmot, Violaceous Trogon, White-fronted Parrot, White-throated Magpie-Jay, Wood Stork, Yellow Warbler, Striped Cuckoo, Variable Seedeater, Crowned Wood Nymph, Barn Swallow.

Is dit een indrukwekkende lijst of niet?

Dit is één reden waarom wij naar Costa Rico toe wilden: voor de overdaad aan vogels en die hebben we dan op de valreep ook nog gezien. Geweldig!

Wat we ook nog zagen onderweg waren over het water lopende Jezus Christ Lizzards en brulapen op ongeveer een meter afstand. Helaas was er teveel te zien om foto’s te nemen want als we dat gedaan hadden, hadden we nooit zoveel vogels kunnen zien in de drie uur dat we weg geweest zijn. Het was een heerlijk ochtendje genieten en kunnen iedereen die hier ooit komt aanraden om een vogelfietstocht te maken.

Als we om half 10 terug zijn gaan we eerst even uitgebreid ontbijten om vervolgens neer te strijken bij het zwembad. Om half vier verzamelt iedereen zich rond het zwembad omdat we Frans’ zijn verjaardag gaan vieren. Er is gezorgd voor heerlijke taart en een verrukkelijke cocktail. De sfeer is niet zo geweldig maar voordat het zeven uur is heeft de helft van de groep met kleren en al in het zwembad gelegen, tsja als de drank is in de man………….

Iedereen wil bij de Italiaan eten maar daar is het een beetje druk en moeten we minstens een half uur wachten. De grootste helft van de groep heeft daar geen zin in en vertrekt richting strand en wij blijven, uiteraard, weer met z’n vijven over en kunnen nu dus wel bij de Italiaan eten!

6/7 maart 2004

Weer naar huis

Op weg naar San Jose rijden we nog een stukje om, om bij San Juan de Mata echte krokodillen te spotten. Bij een lange brug zien we ze beneden langs en in de rivier liggen. Geweldig wat een joekels van beesten zeg.

Iedereen schiet nog even zijn laatste rolletjes vol want dit zie je ook niet iedere dag.

In het park van het plaatsje waar we gaan lunchen hangen vaak luiaards in de bomen. Tijdens de lunch gaat Marvin even kijken of ze er nu ook hangen en als hij blij terugkomt gaan we op weg naar het park.

Er hangen er drie maar 1 ervan is goed te zien en dus ook goed te fotograferen. Zo hebben we op de valreep toch nog een mooie foto van een luiaard (als je batterij niet toevallig net op is!).

De rit naar de stad is geweldig. We rijden door de bergen en hebben prachtige vergezichten. Helaas kunnen we niet meer stoppen want daar is de weg te druk voor en doordat we omgereden zijn naar de krokodillen zijn we ook aan de late kant. We stoppen nog wel even bij een grote souvenirwinkel, dat had hij van mij niet hoeven doen want alles wat ze er verkopen is spuuglelijk en ongelofelijk duur.

We logeren weer in Hotel Europe.

Om zeven uur gaan we gezamenlijk eten bij Lukas, volgens Mathijs het beste restaurant van Costa Rica, dat zal wel meevallen denk ik dan maar het is inderdaad erg lekker eten. Het ligt in een soort ommuurde uitgaanswijk. Het stikt hier van de winkeltjes, restaurants, bars en discotheken. We zullen er dus vanavond toch aan moeten geloven en meegaan naar de discotheek. Aangezien wij in Nederland ook nooit naar een discotheek gaan zal het wel een ervaring apart worden. Inderdaad! Jan voelt zich met zijn grijze haren de opa van het uitgaansleven en kan er niet echt van genieten. De gemiddelde leeftijd van de bezoekers ligt rond de 16 jaar en daar staan wij dan met onze lompe kleren en schoenen; help…

Op een platformpje staat een zeer slanke schaars geklede dame te dansen en dat vinden de mannen toch wel aardig om te zien. Boven op een verhoging is de diskjockey druk bezig om de mensen te vermaken maar ook ik kan niet echt van deze teringherrie genieten en wil ook maar een ding en dat is zo snel mogelijk weer weg. Toch drinken we nog wat biertjes maar na een uurtje hebben we het echt gehad en gaan we snel op zoek naar een taxi.

Dat lukt aardig; ons was verteld om buiten de muur een taxi te zoeken en dat doen we dan ook maar. Al snel rijdt er een taxi voor en stappen we in. We vertellen dat we naar Hotel Europe willen en vragen wat dat ons gaat kosten. De chauffeur doet net of hij ons niet verstaat en begint al te rijden. Een lichtelijk beetje paniek maakt zich van mij meester, wat nu? Jan blijft praten tegen de chauffeur, die dus ook zijn meter niet heeft aanstaan, maar krijgt nog steeds geen antwoord ook niet als hij zijn pet afpakt. Ineens zijn we bij het hotel en moeten we slechts 500 colones afrekenen, hadden we ons toch wel even voor niets heel erg druk zitten maken!

In de bar van het hotel drinken we, samen met een aantal van de groep die ook nog niet naar bed wilden, nog een paar biertjes. Tja de vakantie zit erop!